Kinnaur, Spiti & Zanskar

Amsterdam naar Delhi

De vlucht van Amsterdam naar Delhi. We komen `s nachts aan en gaan van het internationale vliegveld naar het domestic vliegveld. Vluchtmogelijkheden vind je onder vliegtickets.

Delhi naar Shimla

Zo mogelijk vliegen we van Delhi naar Shimla. Shimla is een vrij klein vliegveld en vluchten zijn frequent onderhevig aan schemawijzigingen of annuleringen. Wanneer we niet kunnen vliegen gaan we met de bus. Shimla is een vrij grote stad met opeen geperste huizen en winkels op de weinige ruimte die de steile hellingen bieden. Het is omgeven door prachtige cederbossen. Shimla ligt op een hoogte van ± 2030 meter en biedt na de drukkende hitte van Delhi een heerlijk, gematigd klimaat. In de Engelse tijd was dit ook een populair “hillstation” waar menig Engelse bestuurder zich in de hete tijd vlak voor de moesson terugtrok. Hier ontmoeten we “onze” Nepalese jongens die ons als gidsen en keukenstaf gaan begeleiden.
Overnachting in een prettig hotelletje.

Shimla dagtocht

Vandaag nemen we echt de tijd om goed te landen, even bij te komen van de reis, te wennen aan het tijdsverschil en het andere klimaat. We zijn aan de voet van de Indiase Himalaya. Achter Shimla rijzen de heuvels op met prachtige cederwouden. We maken een prachtige wandeling en genieten van het buiten zijn en de uitzichten. De Nepali crew maakt alles in orde voor de eerste trektocht zodat alles soepel kan verlopen.

Shimla - Kaphnu 8 uur rijden

We vertrekken ’s morgens vroeg. De afstand die we moeten afleggen is niet zo heel groot maar de weg is bergachtig en smal. De bus rijdt vaak nog geen 25 km per uur. Na Rampur wordt het landschap bepaald door een diepe kloof met uitzicht op de besneeuwde bergen van Kinnaur.
Even verderop beginnen de werkzaamheden van een gigantische waterkrachtcentrale. Bij Wangtu slaan we linksaf naar het noorden. Het weggetje naar Kaphnu heeft vele haarspeldbochten en voert je een steile bergwand op. Iets na het dorpje Kaphnu is het eind van de weg. We slaan hier het kamp op aan de oevers van een stuwmeertje (2470 meter). In Kaphnu moeten we muilezels regelen voor de komende 5 daagse trek over de Baba Pas. Vandaag gaan we voor `t eerst deze reis kamperen.

Kaphnu-Mulling, 4 uur lopen

Een mooie inloopdag. Het gaat heel geleidelijk omhoog door prachtige bossen langs de rivier en watervallen. De bergen worden hoger en de toppen zijn al bedekt met sneeuw. Het is een heerlijk klimaat hier met gematigde temperaturen en als we geluk hebben een lekkere zon. Kamp in een schitterende weide op 3244 meter hoogte.

Mulling-hoog kamp bij Kara Sheep Farm 5 uur lopen, 3572 meter

We lopen vandaag door een groene vallei omhoog naar ongeveer 3600 meter hoog. De bossen maken plaats voor meer grazige Himalayaweiden met weidse uitzichten in aangrenzende valleien. De hoogte begint nu te tellen. Het aantal wandeluren is relatief laag maar de hoogtestijging maximaal voor wat verantwoord is. De grazige weiden bieden zoveel plaats aan schapen en geiten dat er een “sheep farm” in de buurt is.

Hoog kamp - basiskamp Baba pas 4092 meter, 2 uur lopen

Weer een korte dag ter acclimatisatie. (mocht de acclimatisatie niet naar wens verlopen dan kunnen we ook gewoon een extra dagje bij de sheepfarm blijven en de 2 uur van vandaag er morgen bijdoen…) We lopen nu westwaarts en de bergen worden hoger. Vanaf het basiskamp kun je omhoog kijken naar de pas. De top kun je echter niet zien en ligt achter de richel waar je overheen moet.

over de Baba pas 4920 meter - Paldhor, 6 uur lopen, kamp op 4080 meter

Vandaag is een vrij lange loopdag over de Baba pas (4920 meter hoog!). In eerste instantie loop je de steile helling zigzaggend omhoog en bovenaan gekomen zie je dat het iets minder steil verdergaat. De eerste sneeuwplakken (niet steil) verschijnen en we moeten er soms ook overheen. Hijgend, boven op de pas, kijken we uit over een groot sneeuwbekken waardoor/over we gaan afdalen. We zien ook voor ’t eerst de valleien en de kale bergen van Spiti!
Het eerste stuk van de afdaling loopt door de sneeuw en het duurt ongeveer 2 uur voordat je daaroverheen bent. Dan is het nog een flink stuk afdalen naar de eerst mogelijk kampeerplaats ergens op een groen weitje beneden aan de rivier op ongeveer 4100 meter hoogte. We kijken hier in de vallei die leidt naar de Pin-Parvati pas die we oversteken tijdens de Spiti-Rupshu-Ladakh reis. Hier begint ook het nationale park waar sneeuwluipaard en alpensteenbok voorkomen.

Paldhor - Mud 4 uur lopen 3834 meter

Vandaag gaat het je opvallen dat er aan deze kant van de pas geen bomen meer zijn. We lopen in een typisch Spitiaans landschap van droge valleien met een heldere rivier in het dal. De kubusachtige huizen van het eerste dorp Mud zijn wit geschilderd. Hier en daar zie je groene, geïrrigeerde velden bij de dorpen. Verder ben je nu ook in het gebied van het Tibetaans boeddhisme wat je kunt zien aan de witte torentjes en muren met de gebedsstenen.
In Mud vind je het Kungri klooster, het op een na oudste klooster van Spiti. Dit klooster is onlangs met behulp van veel buitenlandse donaties gerenoveerd. Het Kungri klooster is het centrum van de Nyingmapa (geelkappen) sekte van Spiti. Het klooster bestaat uit 3 rechthoekige gebouwen die gericht zijn naar het oosten. De meeste van de lama’s zijn rondtrekkende bedelmonniken dus de kans dat we die kunnen tegenkomen is niet zo groot. We kamperen beneden het dorp aan de rivier.

Mud-Kaza-Kibber 4 uur rijden, naar 4070 meter

Bij Mud begint de weg. Eén van de sherpa’s heeft gezorgd voor vervoer. In de hoofdvallei van Spiti liggen een aantal kloosters, waarvan we op de trek er een aantal zullen bezoeken. Onderweg stoppen we voor wat inkopen en een maaltijd in een restaurant in Kaza. Dit is het centrale plaatsje in de Spitivallei. Je kunt er ook telefoneren mocht je dat willen. Na de lunch rijden we verder naar Kibber. Dit pittoreske plaatsje met z’n vierkante witte huizen ligt hoog. Wij kamperen er op een grasveldje.

Kibber-Tashi Gaon, 4 uur lopen, 4250 meter

De komende dagen lopen we aan de oostkant van de doorgaande weg door Spiti, hoog boven de vallei. De eerste etappe voert je door open en kaal landschap naar het volgende kleine dorpje. We overnachten weer in tenten. Alle spullen worden tijdens deze “tussentrek” per jeep vervoerd omdat de overnachtingsplaatsen over de weg ook bereikbaar zijn. Wij lopen echter grotendeels over paden.

via de kloof naar de Gomba (klooster) 4500 meter, 6 uur lopen

Voor de middag lopen we een enorm spectaculaire route door een scherp uitgesneden diepe kloof. Naar beneden is er nog een behoorlijk pad maar beneden aangekomen is er geen brug dan een paar enorme keien waar je (al dan niet met behulp van een touw) overheen moet zien te komen. Dan volgt een stukje zonder pad langs de rivier en omhoog om als laatste stuk door een kloof steil omhoog te klimmen naar het plateau. Bovenop aangekomen zien we direct een ongeveer 10 meter hoge Boeddha in Lotushouding zitten staren over het dal. Na korte tijd komen we bij een dorpje waar we de lunch genieten. ’s Middags lopen we een beetje “up en down”, deels over de weg (waar overigens nauwelijks verkeer is) naar de volgende overnachtingsplaats op een hoogte van 4500 meter. Dit is bij een bijzonder klooster waar we hopelijk nog een rituele ceremonie kunnen bijwonen.

Gomba naar Lalung, 3900 meter, 6 uur lopen

Vanaf het klooster stijgen we geleidelijk verder door glooiende landschappen. De weg verdwijnt weer en we begeven ons door eenzame gebieden op hoogtes tussen 4200 en 4800 meter. Er is hier geen bos en de hellingen zijn begroeid met gras, mos en/of mooi gekleurde kruiden. Ook zijn de flanken van de bergen soms kaal en met prachtige pasteltinten gekleurd. Na de derde pas volgt een lange afdaling langs een prachtig en authentiek dorp tot beneden diep in de vallei. Na een bruggetje over de zijvallei te zijn overgestoken lopen we naar de hoofdvallei. Hier gaat het pad toch ook nog wel wat op en neer tot aan de grote brug over de hoofdrivier. Tegenover je ligt het mooie en authentieke dorp Lalung waar we gaan overnachten en waar we ook nog een kloostertje (een van de oudste van Spiti, met hele bijzondere beelden en fresco’s) kunnen bewonderen.

Lalung naar Dhankar en Tabo 5 uur lopen, 1 uur jeep.

Vandaag is het de laatste dag lopen op deze tweede trek. We stijgen langzaam naar de pas in een omgeving van kale bergwanden die een mooie warme okerkleur hebben. Bij het klooster Dhankar stuiten weer op een weg. Dhankar ligt als een citadel op 3870 meter op een rotspunt hoog boven de vallei. In vroeger tijden was het de hoofdstad van Spiti en deze strategische ligging was van belang vanwege de vele agressors die het land omringden. Het klooster bestaat uit een gebouw van meerder etages wat het doet lijken op een fort. Er zijn 5 ruimtes waaronder de Kanjur, de Lhakhang en de Du-khang. In de Du-khang staat een zilveren beeld van Vajradhara, het Diamanten Wezen opgesteld in een glazen altaar en omhuld door shawls en bloemen. Bij Dhankar staan de jeeps weer klaar om ons te vervoeren naar het 1000 jaar oude Tabo klooster.

Als we bij Tabo aankomen gaan we, nadat we het kamp hebben opgezet, eerst het klooster bekijken. Let op: het is niet altijd mogelijk om alle kloosters binnen te gaan. Soms is het verlaten, soms is er een speciaal ritueel waardoor je maar een gedeelte kunt zien.
Het Tabo klooster is gebouwd in 996 na Christus en het bestaat uit een complex van een aantal gebouwen. Er zijn 9 tempels, 23 chörten, een monnikenruimte en een nonnenruimte. In de loodrechte rotswanden bij het klooster bevinden zich een aantal “hol”kamers voor retraites van de monniken. Tabo is ook beroemd om de fijne muurschilderingen en sculpturen die erg lijken op die van Ajanta ergens in Centraal India. Volgens de Dalai Lama verhalen deze kunstwerken de overdracht van het boeddhisme van India naar Tibet.

De verschillende ruimtes zijn:
De tempel van de verlichte goden (gTsug Lha-khang), ook wel bekend als de Grote Bijeenkomst Zaal (du-khang) is het hart van het complex. Er zijn meer dan 30 grote beelden.

De Gouden Tempel (gSer -Khang) – Vroeger geloofde men dat dit altaar met goud was bedekt. In de 16de eeuw uitputtend vernieuwd door Senge Namgyal, heerser van Ladakh. De muren en het plafond zijn bedekt met schilderingen.
De Mystieke Mandala of Initiatie Tempel (dKyil-hKhor-khang). Op de muur tegenover de deur zie je een grote afbeelding van Vairocana omgeven door de 8 Boddhisattvas. Mystieke mandala’s staan op de andere muren. Hier worden de monniken ingewijd.
De Bodhisattva Maitreya Tempel (Byams-Pa Chen-po Lha-khang) – In dit heiligdom vind je het beeld van de Bodhisattva Maitreya dat meer dan 6 meter hoog is. De tempel heeft een hal een vestibule en een heilige kamer. Een van de muurschilderingen stelt het klooster van de Potala in Lhasa voor.
Het heiligdom van Dromton (Brom-ston Lha-khang) – De tempel is gesticht door Dromton (1008-1064 AD) en ligt aan de noordkant van het complex. De poort heeft prachtig houtsnijwerk en de binnenmuren zijn bedekt door muurschilderingen.
De hierboven genoemde zijn de oudste gedeeltes van het Tabo kloosters. De ruimtes hieronder zijn van later datum.

De kamer met schilderij “schatten” (Z`al-ma) – Dit is een voorkamer voor de tempel van de verlichte Goden. Het is helemaal bedekt met schilderijen in Tibetaanse stijl.
De grote tempel van Dromton (Brom-ston Lha-khang) – Dit is de tweede tempel in grootte met een oppervlakte van in totaal 112 vierkante meter. Op de muren staan de figuren van Sakyamuni geflankeerd door Sariputra en Maha Maugdalayana. Op de andere muur staan de 8 Geneeskundige Boeddha’s en de Wachters. Het houten plafond is ook beschilderd.
De Mahakala Vajra-bhairava Tempel (Gon-Khang) – Deze tempel bevat de bescherm god van de Geluk-pa secte. Afschrikwekkende godheden bevolken de kamer die ook wel tempel van verschrikking wordt genoemd.
De Witte Tempel (dKar-abyum Lha-khang) – De muren van dit heiligdom zijn ook tot in detail versierd.
Het hele klooster was oorspronkelijk gebouwd in de vorm van een mandala rond de Grote Bijeenkomst Zaal.

Toen we in 2004 het klooster bezochten hadden we al gehoord dat de Dalai Lama er op bezoek was om een training te geven over waarom het beoefenen meditatie goed is. Honderden mensen waren van heinde en van verre toegestroomd om deze bijeenkomst bij te wonen. De Dalai Lama zelf zat in het klooster en helaas was de zaal te klein om iedereen toe te laten. Rondom het klooster waren terreintjes ingedeeld voor de verschillende bevolkings- (taal) groepen waar dan direct de lezing werd vertaald. Ook stonden er overal TV-schermen waar je Zijne Heiligheid op kon zien. Er was ook een plekje voor Engelstalige westerlingen. Het was een hele gezellige en devote sfeer en hoewel we het klooster niet van binnen mochten bezoeken was iedereen toch erg blij met deze onverwachte gebeurtenis.

Tabo naar Keylong over de Kunzum La per bus

Vandaag rijden we naar Rupshu. Langzaam ontstijgen we de Spiti vallei. De Kunzum La is de pas die toegang geeft tot het district Lahaul. We overnachten in het hoofdstadje Keylong. De mensen hebben hier weer een heel eigen cultuur met bijbehorende kleding en rituelen. Lahaul vangt weer iets meer neerslag dan Spiti en het ligt gemiddeld ook iets lager. Dat zie je dan ook direct: er groeien hier weer bomen.

Keylong-Tak 4200 meter

Nog een prachtige dag rijden. We steken nu de Himalaya over via de Baralacha La (± 4600 m). Het landschap wordt heel snel weer droger, hoger en kaler. Van oktober tot juni is deze weg vaak onbegaanbaar door overvloedige sneeuwval en het kost enorm veel moeite om het wegdek te onderhouden. Onderweg zie je dan ook vaak mannen en jongens uit Bihar, Uttar Pradesh of Nepal werken aan de weg. Grote keien stuk slaan tot kleine en dan tot grind, teer opkoken in halve tonnen en alles met de hand. Rivieren hebben zich diep uitgesleten uit de zachte rotsen die de meest vreemde en kunstzinnige vormen en kleuren hebben. Bij Tak, een pleisterplaats van nomaden bij de weg, stappen we uit en zetten ons kamp op.

Tak-Tsog Mesik 4105 meter

De vallei die we gaan volgen loopt nu westwaarts langs de rivier de Tsarap Lingti Chu. Het kamp ligt op een bijzonder mooie plek tussen de wilgen met rode rotswanden eromheen.

Tsog Mesik over de Marang La 5365 meter (kamp op ±4700 meter)

De Marang La is 5400 meter hoog. Het is dus een hele klim die ongeveer 5 uur duurt. We zijn inmiddels goed geacclimatiseerd dus op zich geen probleem. Door kloven, langs een klein beekje dat later opgedroogd is, langs rotstorens klimmen we steeds hoger. We hebben hier wel eens blauwschapen gezien! Het laatste stuk is steil en gaat over los puin. Bovenop hebben we een prachtig weids en ver uitzicht over Rupshu en de Zanskarketen en natuurlijk over de afdaling. Meestal ligt er op de eerste meters een flinke plak sneeuw/ijs waarover je voorzichtig moet afdalen. De vallei waar we nu in uitkomen heeft prachtige kleuren geel, oranje en rood terwijl al snel het smeltwater zorgt voor een helder stroompje. De vallei wordt smaller en we lopen door een kloof naar een klein stukje gras waar water is. Hier zetten we ons kamp op.

naar Yakbu 4350 meter

Een enorm rotsblok blokkeert de doorgang door de nauwe vallei. Een klein paadje leidt over het blok heen waarna het riviertje verdwijnt en de vallei zich langzaam verwijdt. In de verte zie je al de Bong La. Het landschap is hier overweldigend. Naar alle kanten bergketens en diep uitgesneden dalen. Er wonen hier geen mensen dus het is helemaal voor ons. De Bong La is voor deze contreien niet hoog (4600 m) en na een uur ben je boven. Je kijkt op de Zanskar keten en op de pas blijkt dat je een heel eind gaat contouren, voordat je weer kunt gaan afdalen. De afdaling brengt je in de vallei van Lun (4300 m) een zomernederzetting van halfnomadische families. Er staan enkele hutjes, met wat opslagruimtes en plaatsen waar graan kan worden gemalen. Hier is weer een wat bredere rivier die we kniediep op verschillende plaatsen doorwaden. In 2004 werden door onze dragers met blote handen 33 forellen gevangen.
Langs de rivier lopen we nu naar een opvallende loodrechte zwarte rotswand. Ergens aan de voet ervan zijn ook een paar hutjes: Yakbu. In een uitgesleten richel staan wat kleine chörten en bovenop de toppen van de rotswanden wapperen gebedsvlaggen in de wind. In 2004 zagen we hier een groepje wilde paarden, de Tibetaanse Kyang.

naar Upper Lunmoche 4705 meter

Dat we hier echt in een heel wild gebied lopen blijkt uit een val voor het sneeuwluipaard. Het is een diepe kuil met een rand van naar binnen gerichte scherpe stenen met wat botten erin. Is het sneeuwluipaard erg actief dan offert men een klein geitje op om het luipaard te lokken. Eenmaal in de kuil gesprongen kan het roofdier er niet meer uit ontsnappen.
Sangtha (4430 m) is een seizoensdorp met wat huisjes en een mooie rij grote stupa’s waarlangs je uitkijkt op een grote woestijnvallei naar het oosten. Je loopt nu in die grote landschappen die zo kenmerkend zijn voor Rupshu. Leegte en nog een leegte, heet als de zon schijnt en koud als het bewolkt is. We passeren een pasje, dalen wat af en lopen vervolgens weer een vallei geleidelijk omhoog tot een plek die Lunmoche heet. Hier is een piepklein stroompje water, genoeg om te drinken en te koken. Mooie plek om te kamperen.

naar Datgo 4340 meter over de Yar La 4954 meter

Vanaf Lunmoche is het een uur geleidelijk stijgen naar de Yar la door een desolaat landschap. De afdaling brengt je in een lange vallei met aan weerszijden besneeuwde kammen. In de verte zie je al de kloof waar we de volgende dagen doorheen zullen lopen. We kamperen bij de voor deze contreien grote dorpen Datgo en Dat. Er is in Dat zelfs een klein klooster dat we zullen bezoeken als het open is. We vinden hier grote manimuren (met stenen met mantra’s). Kamperen doen we op het malse gras voor Datgo.

via Tantse Sumdo 4154 meter naar Sorra Camp 4300 meter

Omdat het vandaag zo’n fantastische dag is doen we het rustig aan. De omgeving is zo mooi dat je om elke bocht en bij elke rotswand wel een uur zou willen zitten om alles in je op te zuigen. Het is het kloven gebied van de uitlopers van de Zanskarketen. Enorme loodrechte gele en rode rotswanden langs een heldere rivier en prachtige groene stroken gras en wilgenbomen. Onderweg zien komen we langs een bijzondere plek met heel veel manistenen en een aantal heel bijzondere platte stenen met boeddha’s en andere figuren er in uitgehakt. Dit is de bovenloop van de Chang Chu, de grote rivier met zijn diepe doorwadingen die we tegenkomen als we de grote Zanskar doorsteek maken op de Zanskar “the hard way” tocht.
Bij Tantse Sumdo (sumdo = waar 2 rivieren samenstromen) slaan we rechtsaf en beginnen weer aan een stijging. Tussen de kloven door steken we af en toe de rivier over. Na een uurtje wordt het dal weer wat breder en komen we bij de grote velden van het dorp Sorra (4199 meter). Nog een 2 uur hogerop vinden we een kampeerplaats aan de voet van de Zalung Karpo La die we morgen gaan oversteken.

naar Tikyu over de Zalung Karpo La 5198 meter

Gestaag stijgt het pad naar de voet van de pas. Hierna gaat het vrij steil omhoog over een goed pad naar de top van de pas. Natuurlijk heb je hier weer een goed uitzicht op de valleien voor je en achter je. De Ladakhketen komt in beeld en je krijgt een idee hoever het nog is naar de Indusvallei en Leh. Ongeveer 3 uur afdalen over aanvankelijk veel puin met hier en daar wat sneeuw. Later ontstaat er iets dat meer op een pad lijkt, soms dicht langs de wilde rivier, soms wat hogerop over een schouder van de bergwand. Kamperen op een mooie groene plek bij een klein helder zijstroompje (4430 meter).

naar Nimaling 4850 meter over de Kongka Wangpo 5192 meter

Vanaf de kamperplaats dalen we nog een klein stukje af voordat we weer aan de klim beginnen naar de volgende pas. Dit is eigenlijk een hoge schouder van de Nimaling Peak of Kang Yatze die deze dag beheerst. Steeds zie je rechts van je de 6400 meter hoge top met de steile sneeuw en ijshellingen. De Kongka Wangpo zelf is ongeveer 5200 meter hoog en het laatste stukje er naar toe is vrij steil zoals we inmiddels wel gewend zijn. Na de pas dalen we wat af om vervolgens toch weer wat te stijgen. We lopen de hele dag tussen de 4500 en de 5200 meter hoog maar hier zijn dat prachtige yakweidevelden met dik gras. Na (waarschijnlijk) sinds Takh niemand te zijn tegengekomen is het leuk nu weer eens wat lokale yak herders tegen te ontmoeten. Nimaling is de laatste kampeerplaats van deze trektocht en hier is zelfs een tent die dienst doet als een soort restaurant/lodge op de Markha trek. Nimaling is een vruchtbare hoge vallei op 4700 meter hoogte waar nog wel meer families huizen. We zien dus een enkel vierkant huisje met een omheinde plaats ervoor om de geiten en schapen een veilige plaats te bieden voor de nacht.

naar Shang Sumdo 3806 meter en Leh 3555 meter over de Kongma La 5293 meter

Uit de grote Nimaling vallei stijgt het brede pad in ongeveer 1½ uur naar de laatste pas op deze tocht de Kongmaru La. Vanaf deze pas komen bij helder weer de 8000 meter toppen van Pakistan in beeld. Door een dal met surrealistisch gekleurde rotsformaties dalen we nu over een nieuwe pad af naar de bewoonde wereld. Er verschijnen dorpjes met vruchtbare velden en er is weer elektriciteit.
Bij Shang Sumdo lessen we de dorst met een koele cola of een lokale appelsap. Niet te geloven dat we 2 uur later in een stad rondlopen. Even wennen aan de drukte en er is weer van alles te koop en voor hen die het te lang hebben moeten missen: telefoon en internet.

festival van Hemis of Phyang

In een van de grote kloosters van de Indusvallei wordt vandaag het beroemde festival gehouden. Door de monniken worden gemaskerde dansen uitgevoerd en je kunt je laten zegenen door een hoge Lama. Dat geeft altijd een groot tumult omdat iedereen graag aan de beurt komt. Mooi om mee te maken. Als iedereen genoeg indrukken heeft opgedaan rijden we naar ons comfortabele guesthouse in Leh. Tijd om even heerlijk te douchen.

Leh

Leh is een heerlijk stadje om even bij te komen van alle stof, hitte, kou, eenzaamheid, hoogte enzovoort. Lekker eten in een restaurant, lekker uitslapen in een bed (nou ja, we slapen in Leh nog in een eenvoudig lokaal hotelletje anders is de schok te groot), douchen, boeken kopen en lezen etc. Of een bezoek brengen aan het Hemis festival.

Leh-Delhi

Vandaag vliegen we terug naar Delhi. Gedurende de 1 uur durende vlucht glijden talloze toppen en besneeuwde bergkammen onder je door totdat de bergen plaatsmaken voor grote vlaktes. In Delhi aangekomen begeven we ons naar de internationale luchthaven voor de terugvlucht naar Nederland.

Delhi - Amsterdam

Nachtvlucht met een vroege aankomst op Schiphol.