Noord-India | Changtang & Pangong Tso

vlucht Amsterdam naar Delhi

De vlucht van Amsterdam naar Delhi duurt ongeveer 8 uur. De vlucht komt ‘s avonds laat aan en je vlucht naar Leh staat de volgende ochtend vroeg gepland. Nadat je je India entree-stempel hebt gekregen en je bagage hebt gehaald lopen we naar het domestic airport en we zullen daar half wakend, half slapend een paar uurtjes moeten doorbrengen. Als je een paar uurtjes wil liggen is het misschien handig om je matje in je handbagage mee te nemen.

vlucht Delhi naar Leh

‘s Morgens in alle vroegte checken we in voor de vlucht naar Leh, die ongeveer 1 uur duurt. Je vliegt eerst over een stukje Indiaas laagland maar al snel maakt dat plaats voor de eerste heuvels oplopend naar de Himalaya. Dan vlieg je over talloze besneeuwde bergtoppen en droge dalen naar Ladakh. De landing is op 3400 meter, wat je direct nadat je uit het vliegtuig bent gestapt merkt aan je ademhaling. Na een gebroken nacht zijn en ineens op 3400 meter zijn de meeste mensen nogal gaar. Na even te hebben bijgeslapen lopen we `s middags even rond in Leh ter orientatie en de rest van de dag doen we niet veel meer dan wennen aan de dunne lucht en proberen te beseffen waar je bent.

dag 3 t/m 5 Leh

We beginnen heel rustig aan de verkenning van het hoofdstadje van Ladakh. Het sfeervolle marktstadje Leh met z`n kruip door sluip door achterstraatjes, was ooit een belangrijke halteplaats voor handelaren van en naar de zijderoute. De stad ligt bezijden de Indus rivier en ligt op een hoogte van 3510 meter en heeft 20.000 inwoners. Op de heuveltoppen rond Leh – het centrum van het wereldlijke – zijn in de loop van de tijd diverse kloosters gebouwd, die als trotse theocratische burchten het landschap domineren. We zullen – facultatief – één of meer van deze belangrijke kloosters bezoeken zoals dat van Thikse, Hemis, Alchi of Likir. We proberen een festival bezoek in te plannen tijdens deze reis (veelal Phyang of TakTok). In Leh staat een interessant centrum voor ecologische ontwikkeling. Er zijn diverse demonstratie- en scholingsprojecten gericht op het gebruik van kleinschalige cultuur, eigen technieken en vernieuwbare energie bronnen.
We overnachten in een gemoedelijk guesthouse niet ver van het centrum. We hebben drie dagen de tijd om Leh en omgeving op ons gemak te verkennen. In die tijd kunnen we ook al aardig aan de hoogte wennen. Dit is heel belangrijk omdat we op de trek vrij snel aan hoogte winnen.

Leh

Leh

Start trek: van Leh naar Sabu Phu

N.a.v. de eerste reis hebben we in de aanloop naar de eerste pas een extra wandeldag toegevoegd. Dit is om het akklimatisatieschema te verbeteren. Vanuit Leh worden we met jeep naar een vallei gebracht vlak buiten Leh zelf. Over een pas van ongeveer 4100 meter hoogte lopen we naar het bovenste deel van het dorp Sabu. Op 3900 meter slaan we daar ons kamp op. De paarden zullen de volgende ochtend komen om de bagage te verder vervoeren. Tot hier is de bagage met een jeep gebracht. Geschatte wandeltijd: 4 tot 5 uur.

Sabu Phu naar Sabu Pullu 3 uur

De tweede dag van de trekking. Vanaf de kampeerplaats Sabu Phu op 3900 meter stijgen we door een vallei van graniet, veel morenemateriaal en grote zwerfkeien langs een steeds smaller beekje. De omgeving wordt droger en kaler. Vroeger moeten hier veel gletsjers hebben gelegen. Onderweg zien we waarschijnlijk Himalaya-marmotten. We slaan we op een hoogte van ongeveer 4650 meter ons kamp op langs de rivier: Sabu Pullu. Het is een hele mooie plek, groot genoeg voor alle tenten en met een magnifiek uitzicht op de bergen van Zanskar in het zuiden. Deze dag lopen we ongeveer 3 uur, waarbij we het rustig aan doen van wege de hoogte.

acclimatiseren

Vandaag houden we een acclimatisatie dag op 4650 meter. Wie zin heeft en geen last heeft van de hoogte kan er op uit in de vallei die noordelijk loopt. Wie moeite heeft met de hoogte blijft vandaag in het mooie kamp en doet het rustig aan.

Sabu Pullu via Digar La basecamp naar Digar Phu, via de Digar La, 6-7 uur lopen

Vanaf ons kamp klimmen we verder en komen na ongeveer 1 uur langs de verlaten
herdershutten van Sabu Phulu. Een half uurtje verder steken we een klein stroompje over.
Het is nu nog 1 uur verder klimmen over stuwwallen van een vroegere gletsjer tot we het 5100 m hoge basiskamp van de Digar La pas bereiken.Vanaf dit basecamp is het dan nog een anderhalf uur over een zigzagpad (in juni in de sneeuw) naar de Digar La op 5400 meter. Hoog op de bergkam kunnen we de gebedsvlaggen al zien wapperen. De ijle lucht op deze hoogte doet zich voelen en alles gaat nu moeizaam. Na ongeveer drie en een half uur klimmen is het achter de steenhopen op de pas welverdiend uitrusten met fantastische uitzichten op de noordwaarts gelegen witte toppen van het Karakoram gebergte en het Zanskar gebergte in het zuiden. We dalen in ongeveer twee en een half uur af naar de eerste mooie kampeerplek, zomerweiden van de mensen uit het dorpje Digar. Een dag van 6 uur.

Digar Phu naar Digar 3950 meter, 3 uur lopen

We dalen verder af over wat men in Ladakh de “phu” noemt: hoge graslanden waar herders de zomer met hun kudden doorbrengen. Heel kenmerkend zijn de kleine huisjes van de herders, omringd door bergen yakmest, die als brandstof wordt gebruikt. Deze herders, drokpa’s, zijn zeer gastvrij en het kan gebeuren dat ze ons uitnodigen om in hun groezelige huisjes een kopje zoute boterthee te komen drinken. Al spoedig krijgen we de eerste velden van het dorpje Digar (3950 meter) in zicht en passeren vele stupa’s en manimuren (gebedsmuren). Deze markeren steeds de toegang tot dorpjes en dienen om boze geesten en slechte invloeden op afstand te houden. Oostelijk van het dorp zien we langs de kliffen van de diep ingesneden Digar rivier een mooi voorbeeld van beginnende aardpiramide-vorming als gevolg van erosie in het gesteente. Na ongeveer 3 uur lopen bereiken we Digar. We lunchen in het dorp en zetten het kamp op op het “schoolplein”. Voor een grote groep is het wel even passen en meten om alle tenten een goede valkke plek te kunnen geven. Daarna hebben we de rest van de dag de tijd om het dorp eens goed te bekijken. De mensen zijn heel nieuwsgierig en gastvrij en we kunnen het kleine kloostertje met een metershoge in een grote rots uitgehakte Maitreya Boeddha, de Boeddha van de toekomst, bezoeken.

Digar naar Tangyar 3830 meter, 4 uur lopen

Vanuit Digar daal je af in een nauwe kloof. Onderweg krijg je een goed gevoel wat betreft de enorme ruimtes waar je door heen loopt. Omsloten door bergketens met besneeuwde toppen, terwijl je beneden je in de diepte kun kijken. Men is hier begonnen met het aanleggen van de weg. Op de dalbodem stroomt een rivier en het water wordt gebruikt om de vlakke stroken ernaast te bevloeien. Het gevolg is een oogverblindend groen dal met schitterende bloeiende struiken erlangs. In een loodrechte wand van zandrots ligt een roodbruine kluizenaarswoning geplakt. Nadat we de brug zijn overgestoken begint de weg weer te stijgen en langzaam klimmen we weer naar een hoogte van ongeveer 3830 meter naar de kampeerplaats van het dorpje Tangyar. De weg zelf gaat verder over de Wari La pas naar de Indus Vallei. De mensen hier zijn goedgemutst en gaan hun eigen eeuwenoude gang. Tegen de avond is er het tafereel van de beesten die naar binnen worden gehaald en voor die tijd kunnen we het kleine maar fijne kloostertje bezoeken dat hoog boven het dorp is gebouwd.

Tangyar naar Djukthi op 4500 meter, 3 uur lopen

`s Ochtends lopen we door het dorp weer omhoog. We zien nu dat de beesten, yaks, koeien en geiten, uit de huizen weer worden verzameld om samen met een herder op de hogere weiden te gaan grazen. Wij lopen verder omhoog door een steeds drogere en stenige vallei. We zien weer sneeuwtoppen en maken voor de lunch alweer kamp op een fraaie plek. Wie energie over heeft kan hier een mooie middagwandeling maken in een zijvallei naar boven de 5000 meter. Ook in het kamp kun je je prima vermaken met een wasbeurt in de heldere rivier of met een mooi boek.

Djukthi naar Sonpana basiskamp 5000 meter, 3 uur lopen

Gestaag klimmen we door de Lazun vallei naar ons basiskamp Sonpana (4990 meter), een goed uitgangspunt voor de beklimming van de Nebuk La morgen. Een tocht van 3 uur. Ook deze kampeerplaats ligt schitterend en je kunt `s middags prachtige tochten maken in de omgeving naar mooie uitzichtspunten of een zijvallei. Als de Nebuk La is besneeuwd hebben de paardenmannen en de gidsen vanmiddag de tijd om het pad voor de paarden te prepareren.

Sonpana basiskamp naar Rale, via de Nebuk La, 5 uur lopen

Na zo’n 2 uur klimmen moeten we de Nebuk La (5400 meter) wel kunnen bereiken. Wanneer we aan de klim bezig zijn kun je je misschien voorstellen dat het met sneeuw met name voor de paarden vanwege de steilte van de hellingen een behoorlijk uitdaging is. De pas zelf is breed en zanderig. Een enorme vallei ligt aan je voeten. Langzaam daal je af in dit grootste en lege landschap. Het is nog ongeveer 3 uur afdalen naar het dorpje Rale (4400 meter). Het laatste stuk volg je de rivier met hier brede oevers met dik en groen gras. Deze weide gronden worden speciaal gebruikt om jonge dieren veel te kunnen laten eten zodat ze voorspoedig opgroeien. In Rale zijn er een paar huisjes en we hebben uitzicht op de witte pieken van het Shyok massief.

Rale naar Darbuk, transfer naar Pangong Tso (Tso=meer in het Tibetaans)

Vanaf Rale dalen we in eerste instantie geleidelijk af en verderop wordt het steiler. We belanden in een klovenlandschap dat aan Zanskar doet denken. Helemaal beneden wacht een flinke rivierdoorwading. Mocht dat vanwege teveel water een te moeilijk opgave blijken dan zullen we 2 uur moeten omlopen om bij de weg te komen. Het water is echter niet echt koud en het is, eventueel gebruik makend van een touw een mooi spel met waterkracht en evenwicht om voetje voor voetje de overkant van de rivier te bereiken. Een andere mogelijkheid is om te paard de rivier over te steken (juni 2011). Tot aan Darbuk zijn we dus 3 tot 5 uur onderweg. Darbuk is een vrij groot dorp waar de invloed van de mens al weer veel groter is. Er zijn militaire kampen en seizoensrestaurants. De paarden en paardenmannen lopen naar de plaats waar we ze morgen weer zullen zien en wij stappen in de jeeps. Hoewel er nu een beetje een onderbreking is van de trektocht, is dit deel van de tocht toch heel erg de moeite waard. We rijden in ongeveer 2 uur door een surrealistisch landschap met enorme rotswanden in verschillende geel en bruintinten naar het beroemde meer Pangong Tso. Het knalblauwe water steekt fraai af tegen de felle kleuren van de bergen. We overnachten op een soort echte camping aan het meer in de nederzetting Spangmik op 4300 meter. Enkele tientallen kilometers verderop ligt de omstreden grens met China/Tibet, dus verder mogen we niet.

Transfer naar kamp bij Taruk, via Shashikul Gompa

‘s Ochtends is er eerst nog gelegenheid om even bij het meer te genieten van de rust. We kunnen ervoor kiezen hier nog een leuk stukje te wandelen. Later op de ochtend rijden we dan naar het prachtige Shashukul Gompa (“gompa” betekent “klooster” in het Ladakhi), dat we bezoeken. Tijdens de reis met vertrekdatum 15 juni 2018 is er een festival in het Shashikul klooster. Het is dan nog een klein stukje terugrijden naar Taruk (4060 meter). We slaan ons kamp op bij de rivier een stuk hoger dan het dorp.

naar Shachikul Phu

We gaan vandaag rustig verder door de Taruk vallei omhoog. Het is een klim van ongeveer 4 uur naar de volgende prachtige kampeerplaats. Hier kamperen we naast de rivier en vlakbij een zomernederzetting. De mensen zijn overweldigend qua eenvoud, vriendelijkheid en gastvrijheid. We zijn hier op de splitisng van de vallei. Linksaf gaat het naar de Shera La, rechtsaf naar de Ke La. Welke we gaan doen hangt af van o.a. de sneeuwomstandigheden en het weer. De Ke La is moeilijker voor de paarden.

naar basiskamp de Shera La

We stijgen vandaag verder langs de rivier. De omgeving met majestueuze bergen is buitengewoon mooi. We maken kamp op 5150 meter. Vanhier kunnen we de pas al bijna zien in de steile bergwand ten westen van ons. Idyllische plek, maar `s nachts koud!

naar Shera Phu over de Shera La, 5610 m

Na het ontbijt in een koude tent beginnen we aan de klim naar de pas. In eerste instantie loopt het nog vrij glooiend omhoog maar na een uurtje wordt het terrein steiler. Technisch niet moeilijk maar door de hoogte toch wel een beetje moeizaam. Dan nog 1 uur over rotsige en stenige bobbels en vervolgens nog 1 uur langs de bergwand omhoog. Hier ligt het pad voor het grootste deel van de dag in de schaduw dus de kans dat er een laag ijs op het pad is is vrij groot. De paardenmannen hebben hun handen er aan vol om het pad begaanbaar te maken voor de lastdieren. Bovenop: gebedsvlaggen en een prachtig uitzicht naar het zuiden: de hooglanden van Changtang en Rupshu.
De afdaling gaat trapsgewijs soms bijna valk dan weer vrij steil. Bijna 1000 meter lager kamperen we aan een riviertje op een mooie yakweide en omgeven door reuzenmarmotten.

Naar Leh

Na korte tijd komen we `s morgen bij een dorp. Er is al wat leven in de brouwerij want de geiten moeten de bergen in om te grazen. Wij lopen rustig door het dorp met de verspreid liggende huizen en hier en daar een chorten en een mani-muur. Na ongeveer 2 uur lopen komen we bij de weg waar de jeeps ons kunnen ophalen. Dan is het nog een paar uur hobbelen. Via de Indus vallei rijden we naar Leh.

Rustdag in Leh

Even tijd voor jezelf, om lekker bij te komen. Je kunt de was doen, wat slenteren door het stadje, internetten, e-mailen of je laten verwennen met een ayurvedische massage, lezen of ‘s avonds vanaf het dak van de lodge naar de sterren kijken.

Vlucht over de Himalaya van Leh naar Delhi

Vandaag vliegen we terug naar Delhi. Net als op de heenweg glijden gedurende de 1 uur durende vlucht weer talloze toppen en besneeuwde bergkammen onder je door, totdat de bergen plaatsmaken voor grote vlaktes. In Delhi aangekomen begeven we ons naar het internationale luchthaven voor de terugvlucht naar Nederland.

Delhi - Amsterdam

Nachtvlucht met een vroege aankomst op Schiphol.