Kirgizië
In het hart van Azië ligt Kirgizië, een land wat pas sinds 1991 haar geheimen prijsgeeft aan de nieuwsgierige reiziger. Kirgizië maakte tot voor kort deel uit van de Sovjetunie en was daardoor grotendeels ontoegankelijk voor de westerse toerist.
De uitgestrekte vlakten, de adembenemende hooggebergten en de steden van Centraal Azië hebben altijd tot de verbeelding van de reiziger gesproken.
Kirgizië is het land van de nomaden en het land bestaat voor het grootste deel uit bergen, waarvan velen boven de 3000 meter. De hoogste berg is Peak Pobeda met een hoogte van 7439 meter. De meeste bergen behoren tot de Tien Shan (de ‘Hemelse bergen’) of uitlopers daarvan. Naast de Centrale Tien Shan zijn de belangrijkste ketens; Kyrgyz Alatau, Kungei Alatau (beiden in het noorden), de Tersky Alatau en de Kakhshaal Tau in het oosten. In het zuiden ligt een keten van de Pamir, de Alai die zich in zijn totaliteit uitstrekt over 800 kilometer. Hier bevindt zich o.a. Peak Lenin (7134m) Elke bergwandelaar of alpinist kan zijn hart ophalen in de ongerepte natuur. Wandelen door de vele valleien, langs schitterende bergmeren en adembenemende toppen, wordt men overal uitgenodigd door gastvrije Kirgiezen om koumis of thee in hun yurt (vilten tent) te komen drinken.